Op zaterdag ga ik altijd naar mijn moeder toe. Anderhalf uur en soms is dat een hele lange zit: dan valt ze steeds in slaap, is ze erg slecht te verstaan en kruipen de minuten voorbij. Toen ik vorige week geweest was, las ik later in de rapportage dat ze daarna erg moe was en daardoor bijna niet kon eten. Ik vertelde dat in de familieapp en mijn zus zei dat zij altijd maar een uur ging en mijn oudste broer zei dat hij een uur vaak niet eens haalde... Omdat ik het toch wel heel erg sneu vind om minder tijd aan mijn moeder te besteden, heb ik me voorgenomen om op zaterdag dan wel korter te gaan, maar om dan een keer extra in de week op visite te komen. In eerste instantie vond ze het niet leuk, maar toen ik zei dat ze me dan vaker zal zien, was ze toch een beetje gerustgesteld.
Ik ruimde haar kerstspullen op en ze merkte op dat het vast de laatste keer was dat ze kerstversieringen had gehad. Dat denk ik ook. Ze gaat steeds meer achteruit. Komende week heb ik weer een gesprek met de eerste verzorgende en de huisarts.
Op de terugweg bracht ik boeken naar de minibieb en haalde er ook weer een aantal uit die ik wil lezen. Ook voor manlief, die daar van de week opeens om vroeg.
Voor de vogelspotchallenge zag ik onderweg verschillende vogels die ik aan mijn lijstje zou kunnen toevoegen, zoals een fazant, een grote zilverreiger en een buizerd. Maar uiteindelijk koos ik vandaag voor de winterkoning die in onze eigen tuin zat en die ik vrijwel nooit zie. Die andere vogelsoorten kom ik deze maand vast nog wel een keer tegen. Hoe het vandaag met die fazant afgelopen is, zie ik wel een beetje somber in. Ik zag hem toen ik naar mijn moeder ging en op de terugweg waren er jagers.