Sportief ben ik altijd al geweest. Zo had ik na de middelbare school graag naar het CIOS gewild, maar dat mocht niet van mijn ouders. De school was te ver weg en dat zagen ze niet zitten. En dat geldt niet alleen voor het CIOS, ook andere opleidingen vonden ze te ver weg... ja je zal maar in een uithoek van het land wonen! Gelukkig zijn het soort opleidingen die ik toen wilde doen, tegenwoordig hier ook te volgen, waardoor de keuzemogelijkheid veel groter geworden is.
Omdat alles wat ik wilde niet doorging en ik echt niet meer wist wat ik moest leren, koos ik voor de zorg. In de zorg kun je me nog steeds vinden, weliswaar een paar niveaus lager dan waar ik gestart ben, maar dat is een bewuste keus geweest. Ik heb het naar mijn zin in mijn huidige functie en daar gaat het tenslotte om.
Sportief was ik dus als kind al. Ik sloeg geen enkele gymles over. In mijn vrije tijd fietste, jogde en zwom ik, ging ik paardrijden en zat ik op turn. Een echte uitblinker was ik niet, maar we hoeven niet allemaal profs te zijn.
Later ging ik jarenlang naar de sportschool toe. Krachttraining, cardio en groepslessen volgde ik. Een paar keer in de week was ik wel in de sportschool te vinden, totdat Justus overleed. Na zijn dood ben ik (na een paar maanden) nog een keer geweest, maar daarna kon ik het niet meer opbrengen. Ik kon er mijn draai niet meer vinden en daarnaast wilde ik het eerste jaar niet steeds aangesproken worden, hoe goed alles ook bedoeld was.
Ik ging wandelen. Eerst liep ik alleen of met een vriendin, maar al snel kreeg manlief ook de smaak van het wandelen te pakken. We hebben al heel wat kilometers samen afgelegd. Ik wandel, normaal gesproken, twee à drie keer per week. En soms fiets ik. Verder heb ik een beroep waarbij ik de hele dag beweeg en daarnaast ben ik toch al geen stilzitter. En toch begon er iets te knagen: die dertig minuten per dag bewegen, die geadviseerd wordt, haal ik dan misschien wel, maar het is niet altijd zo intensief.
Op de sportschool had ik altijd twee favoriete apparaten en dat waren het roeiapparaat en de loopband. En na heel lang wikken en wegen kocht ik een aantal weken geleden een loopband. Dat lange nadenken zat hem vooral in de plaats waar ik hem moest zetten, gewoon in de woonkamer namelijk. Maar weet je, hoeveel mensen zullen wel niet een hometrainer in de woonkamer hebben staan? En wat maakt het eigenlijk ook uit! Die loopband kwam er.
Op de dagen dat ik buiten wandel, loop ik niet op de loopband. Maar op de andere dagen trek ik een makkelijke broek en een shirtje aan en loop ik een half uur thuis. Vijf minuten instappen, twintig minuten doorstappen en soms een stukje hardlopen, en vijf minuten uitstappen. Oordopjes in en ondertussen luisteren naar een luisterboek of een podcast als ik wandel en luisteren naar muziek als ik hardloop. Ik ben nog aan het opbouwen zodat ik geen peesblessures krijg, want dat is iets waar ik nogal gevoelig voor ben. Verder doe ik tijdens het lopen oefeningen voor mijn armen en mijn nek.
Ik ben nog maar een week of drie bezig en toch voel ik het al. Ik merk dat mijn conditie vooruit gaat. En verder ben ik wel gedreven genoeg om dit te kunnen volhouden. Ik loop graag, ik luister graag naar boeken, podcasts en muziek en zo'n half uur is dan ook best wel snel om.
Regelmatig denk ik bij het lezen van je blogjes "wat een conditie". Nu ga je die nog eens verbeteren. Compliment
BeantwoordenVerwijderen